Geteste configuratie: http://audi.nl/AT8XD2RU (€103.091)
In deze test reden we met de nieuwe Audi Q6 E-Tron. Deze auto staat op een geheel nieuw EV platform wat samen met Porsche ontwikkelt is onder de noemer PPE (Premium Platform Electric). Ook de nieuwe Porsche Macan heeft PPE als basis. Omdat die laatste voor het gewone volk nog niet te rijden is, heeft Audi de testprimeur met de nieuwe techniek in deze Q6.
De Q6 is de nieuwe E-segment SUV van Audi en positioneert zich daarmee eigenlijk op de plaats die voorheen ingenomen werd door de reguliere Audi E-Tron. Deze is vorig jaar hernoemd tot Q8 E-Tron, maar qua formaat, specificaties, en prijs zit dat laatste model royaal in het vaarwater van deze nieuwe Q6; waarmee we dan ook verwachten dat de Q8 E-Tron uit het gamma verdwijnt en / of vervangen wordt door een volledig nieuw model wat hoger in de markt staat. De oplettende lezer valt uiteraard ook de naamgevingstruc op die Audi hier uitgevoerd heeft: de oude E-Tron (met formaatje Q6) een Q8 noemen maakt het nog geen Q8, dit is puur om marketingtechnische redenen gedaan.
Het PPE platform biedt Audi veel noviteiten op het gebied van elektrisch rijden; wat ook geen overbodige luxe is. De Q8 E-Tron behoorde immers tot de eerste lichting massproductie EV’s en is in dat opzicht verouderd, en kleinere Audi EVs zoals de Q4 zijn eigenlijk omgekatte Volkswagens op het goedkopere MEB platform. Een modern ‘eigen’ EV platform had Audi dus niet. De nieuwe techniek komt onder andere tot uiting in een nieuw groot accupakket van 100 Kwh, hogere laadsnelheden tot 270 Kw, fors verbeterde efficiëntie, brake-by-wire technologie, en een tal aan nieuw elektromotoren variërend in vermogen van zo’n 250pk op de achterwielaangedreven instapper tot bijna het dubbele voor de SQ6 E-Tron.
De testauto is een middenmoter in het gamma genaamd ‘E-Tron Quattro’; wat in de nieuwe naamgevingsstrategie van Audi verwijst naar het model met vierwielaandrijving. Een trede hierboven staat de SQ6, een trede eronder de ‘E-Tron Performance’ met achterwielaandrijving. De instapper heeft een kleiner accupakket van 80 Kwh, eveneens achterwielaandrijving, en rond de 250pk onder de noemer ‘E-Tron’. De testauto was voorzien van bijna alle mogelijke opties en pakketten, tevens is de relatief aantrekkelijk geprijsde introductieversie niet leverbaar op deze motorisering. Hierdoor kost de testauto meer dan één ton in Euro. We verwachten niet dat veel zakelijke rijders voor deze uitvoering zullen kiezen; voor dergelijke bedragen heb je bijna een Taycan en die staat in allerlei opzichten op een hoger plan.
Qua lijnvoering is de Q6 voorzien van Audi’s nieuwe stijl, herkenbaar aan OLED techniek voor de verlichting. We zien dit ook terug op de eerste foto’s van de A6 E-Tron, maar de nieuwe A5 bijvoorbeeld is traditioneler vormgegeven. Het moet je smaak zijn, de auto oogt niet bijzonder rank in het echt, het geheel ligt best wel ‘zwaar’ op het netvlies. Er zullen echter ook mensen zijn die het wel ‘dik’ vinden, maar daarvoor vind ik persoonlijk de auto te hoog. Ook heeft de auto wel wat weg van een Q4 E-Tron met een paar pondjes teveel, de gefacelifte Q8 E-Tron in Sportback vorm blijft daarom voor ons de fraaiste elektrische Audi SUV van het moment. Ook een designpuntje van kritiek zijn de ‘ballonbanden’ onder onze testauto, ondanks dat je betaalt voor het optionele 20 inch setje zijn de banden zo dik dat het door de bijzondere wiel-band verhouding alsnog lijkt alsof je voor de crisisspec gegaan bent. Dat is jammer, en betekent eigenlijk dat de wielkasten gewoon te ruim geproportioneerd zijn. We willen niet weten hoe de Q6 oogt met winterbanden op de basismaat van 18 inch..
Van binnen toont de Q6 eveneens als eerste model het Audi interieur nieuwe stijl, wat we ook terugvinden op de persplaten van de nieuwe A5 en A6 E-Tron. De opzet oogt modern maar is minder ergonomisch dan voorheen; zo is er geen fysieke MMI controller meer en zijn veel functies enkel bedienbaar via het infotainment. De kwaliteitsbeleving is OK maar staat niet op een hoger plan dan je voorheen bijvoorbeeld van een Q5 kon verwachten. Dit wordt duidelijk als je wat verder kijkt dan enkel de materialen op ooghoogte, zo is alles lager in de deuren alsmede de benedenzijde van het dashboard van hard plastic. Daarmee schiet de auto gevoelsmatig wat te kort, want Audi zet hem nadrukkelijk in de markt als SUV evenknie van de komende A6 en is daarmee een volle E-segmenter. Vermoedelijk is een en ander ingegeven uit oogpunt van kostenbesparing, maar het is toch pijnlijk te zijn dat een uitgaand model kwalitatief op een hoger plan staat dan het nieuwe. Overigens zien we dat helaas wel vaker bij Volkswagen Groep producten tegenwoordig, de nieuwe Passat en Golf 8 worden door hetzelfde euvel geplaagd, maar van een Audi verwacht je toch meer. Zeker voor het geld dat onze testauto van een ton moet kosten.
Veelgenoemd kritiekpunt op moderne auto’s is het ontbreken van ‘echte’ knopjes op het stuur, gelukkig is dat bij de Q6 niet het geval. Er is wel een maar, want ze bestaan slechts uit één deel. Je kunt dus niet de afzonderlijke functies apart inklikken, je klikt op dat deel van het paneeltje dat de functie bevat die je zoekt en het hele clustertje gaat mee. Toch nog wat kosten bespaard dus. Of je dit in de praktijk een probleem vindt, is echt iets om te testen in de showroom. Sommigen zullen dit prima vinden, anderen zijn wellicht nog steeds niet tevreden omdat het niet zo makkelijk werkt als vroeger.
Qua rij-eigenschappen presteert de nieuwe Q6 solide. Het tweemotorige Quattro model van onze testauto is voldoende vlot (0-100 in 5.9s) om geen flater te staan tussen andere EVs bij het stoplicht zonder aardverschroeiend snel te zijn. Prima voor een SUV die verder niet al teveel sportieve aspiraties lijkt te hebben. Het stuurgevoel is weinig communicatief maar direct en licht, en het optionele adaptieve S onderstel op basis van luchtvering houdt de 2300kg zware SUV netjes op de weg zonder daarbij zompig danwel plankhard te worden. Overigens voel je het gewicht wel, daardoor nodigt de auto niet uit om er mee te gaan hoeken. Daarmee lijkt de auto een gemoedelijker karakter te hebben dan de nieuwe Macan Turbo, maar die hebben we nog niet zelf kunnen testen dus die info is op basis van externe journalistiek. Tot slot op dit testonderdeel nog een kleine opmerking over het geluidsniveau aan boord; de banden waren tijdens de testronde bijzonder goed hoorbaar. Nu weten we niet zeker of onze auto voorzien was van de optionele gelaagde voorruiten maar zeker iets wat opviel.
Bijzonder goed voor elkaar heeft Audi wat het ‘brake by wire’ noemt, wat zich in de praktijk uit in een volledig naadloze overgang tussen regeneratief remmen en mechanisch met de schijven/blokken. Of je nu in de Brake stand rijdt of niet, onafhankelijk van de mate van regeneratie die je instelt met de flippers achter het stuur, de Audi laat zich eigenlijk rijden zoals je van een benzine auto gewend bent en dat is bijzonder prettig (want op de achtergrond wordt er wel degelijk stroom teruggewonnen).
In de Q6 was een goede zitpositie relatief snel gevonden, wat merkbaar makkelijker ging doordat de fijne maar optionele S Sportstoelen Plus met leder / dinamica (alcantara) combinatie veel steun bieden en zich goed laten verstellen. Een optie die het overwegen waard is, ook omdat de deurpanelen en het dashboard dan eveneens uitgevoerd worden in datzelfde dinamica waardoor het geheel wat hoogwaardiger oogt dan het basisstofje. Hetzelfde geld voor het stuur, dat elektrisch bediend wordt. Echt laag en sportief in de auto zitten gaat overigens niet, maar dat verwacht je ook minder in een SUV van Audi.
Is de Q6 goed geprijsd? Dat hangt een beetje van je referentiekader af. Je krijgt PPE techniek voor een scherpere prijs dan bij de Macan, dat spreekt voor de Audi. Maar echt een koopje is het niet, want auto’s als de Tesla Model Y en BMW i4 bieden op verschillende gebieden een hoop van wat de Q6 in huis heeft, voor minder geld. Voor het totaalpakket zijn echter weinig concurrenten. De Tesla steekt minder hoogwaardig in elkaar en heeft geen luxe binnenste, de i4 is krap op de achterbank en in de kofferuimte. De nieuwe BMW iX3 gaat een interessante concurrent vormen, evenals de Polestar 3/4. Op papier zijn beide gewaagd aan de Q6, maar ze zijn op dit moment nog niet te rijden. Als je in de markt bent voor de Q6, kan het dus lonen nog even te wachten op de concurrentie. Dichtst in de buurt komt nog wellicht de Q8 E-Tron uit eigen huis, maar dan moet je wel de verouderde EV techniek, die zich vooral op gebied van efficiëntie behoorlijk wreekt, voor lief nemen. Auto’s als de Mercedes EQE SUV, Lotus Eletre, en Tesla Model X opereren deels ook in hetzelfde segment, maar zijn in de basis een stuk duurder.
Qua ruimteaanbod presteert de Q6 keurig. Een grotere volwassene van 1.90m kan net achter zichzelf zitten, zonder veel ruimte over te hebben. De kofferruimte is fors en bevat een zeer diep vak onder de dubbele bodem. De frunk is optioneel, maar het overwegen waard. Let bij de maatvoering wel even op het hoge wagengewicht, een punt wat door de invoering van MRB op elektrische auto’s op korte termijn zeer relevant gaat worden. De Q6 doet zo’n 2300kg en we hoeven niet uit te leggen dat het financieel behoorlijk in de papieren loopt als je over een paar jaar over een dergelijk gewicht het volle pond aan taks mag afdragen.
Met de optielijst van de Q6 is iets bijzonders aan de hand. Doorgaans staan de Duitse autofabrikanten erom bekend dat je tot op de individuele optie af je auto naar eigen wens kunt samenstellen, en niet veroordeeld bent tot slechts een bepaald uitrustingsniveau (zoals bijvoorbeeld bij Japanse en Koreaanse automerken). Die keuzevrijheid lijkt op het eerste gezicht voor de Q6 ook te gelden, maar schijn bedriegt! Veel opties worden los vermeld, maar wanneer je ze selecteert komt de aap uit de mouw en blijk je meestal veroordeeld gelijk een heel pakket van 2, 3 of zelfs 4000 euro aan te moeten vinken. Da’s een beetje jammer, want hiermee verdwijnt een belangrijk voordeel van de Duitse autofabrikant. Het misleidt ook de consument, want waar je bijvoorbeeld bij de nieuwe Polestar 4 ook zomaar >90,000 euro kwijt bent door drie of vier pakketten aan te vinken, is dat tenminste wel direct inzichtelijk. Voor de Q6 zie je pas wat je echt kwijt bent als je de opties gekozen hebt, want de prijs van de losse optie op de site weerspiegelt dus niet het totaalbedrag wat je kwijt bent (door de extra pakketkosten in het popup venster). Wat ons betreft verwerpelijk, Audi zou er goed aan doen ofwel te kiezen voor een volledige transparante pakketstructuur of terug te gaan naar losse opties. Nu heb je als consument het slechtste van twee werelden, en het is bijzonder oninzichtelijk (wat Audi ongetwijfeld geld oplevert, want je bent zomaar een half uur aan het knoeien om de goedkoopste configuratie te vinden die de opties bevat die je echt wilt).
Welke opties zijn dan sowieso het aanvinken waard? Wel, je zit eigenlijk altijd vast aan een Tech of Comfort pakket, omdat de Q6 anders zelfs zaken als een automatisch dimmende binnenspiegel moet ontberen. Wel zijn er in deze pakketten gradaties, als je prijs stelt op Pilot Assist in plaats van enkel adaptieve cruise controle zit je bijvoorbeeld al direct vast aan het middelste pakket. Wil je het Bang & Olufsen audiosysteem? Dat wordt dan vanzelf het duurste Tech Pro pakket. Of behoefte aan een head-up display? Dat wordt even 4500 afrekenen voor het ‘MMI Experience Pro’ pakket waar verder eigenlijk bijzonder weinig inzit voor het forse bedrag dat je af mag rekenen. Op een dergelijke dure auto rekenen we het Audi aan dat er niet meer standaard is, en dat je zoals besproken direct in dure koppelverkoop gerommeld wordt. Wie toch enigzins de hand op de knip wil houden kan het best een basisversie ‘E-Tron’ of ‘E-Tron Performance’ kiezen met het ‘Launch Edition’ uitrustingsniveau; dan zijn een aantal zaken uit het S sportpakket en de Comfort / Tech pakketten al voorzien waardoor verder vinken in de optielijst tot een minimum beperkt kan worden en de auto niet onproportioneel duur wordt (we hebben het dan over bedragen van 77-82k).
Een interessante vraag is natuurlijk, of de Porsche niet een beter aanbod vormt als je toch zoveel uit dient te geven voor een ‘PPE-auto’. Het is hierbij belangrijk op te merken dat de Porsche in de basis net zo kaal is als de Audi, maar een veel hogere vanafprijs kent. Bij Porsche begint de pret niet voor minder dan 85k, waarbij je dan wel over een iets krachtigere elektromotor beschikt dan de basisversie bij Audi. Toch lijkt duidelijk dat Porsche een ander deel van de markt aanspreekt dan Audi. De concurrentie voor de Q6 zal gevormd worden door de nieuwe BMW iX3 (nog niet te testen) en de Polestar 4 (proefritten inboeken vanaf deze week mogelijk). We raden kopers in dit segment aan ze allemaal goed aan te tand te voelen, want het zijn zeer verschillende auto’s op andere platformen dus er is daadwerkelijk wat te kiezen.
Overall geven we de nieuwe Q6 een 7- als rapportcijfer. De nieuwe techniek zorgt ervoor dat Audi weer mee kan in een belangrijk marktsegment waar de concurrentie veelal nog moet komen met nieuw aanbod maar de auto is over de gehele linie gevoelsmatig 5 a 10,000 euro te duur en we worden niet blij van Audi-onwaardige kostenbesparingen op het gebied van materiaalkwaliteit en de benoemde goedkope (maar daardoor dure!) trucjes met de optielijst.